Een mini-essay over hoe ik vind dat een redacteur zich moet op te stellen. Een goede (eind)redacteur creëert ruimte zodat de auteur een verhaal kan vertellen dat indruist tegen maatschappelijke normen. Zelf had ik ooit een verhaal dat niet verteld mocht worden en werd weggezet als trauma-dumping.
Lieve lezer,
Misschien herken je je hierin: een vriend roept een herinnering bij je op en zonder rekening te houden met je gesprekspartner, deel je levendig een traumatisch verhaal. Wanneer je opkijkt, zie je een geschokt gezicht, alsof je jouw vriend pijnigt. Verdedigend ratel je door en probeer je uit te leggen waarom je verhaal belangrijk is. Wat je ook zegt, de gezichtsuitdrukking van je gesprekspartner wordt alleen maar meer geschokt. Zo snel mogelijk zoeken jullie een uitweg; jij voelt je alleen en onbegrepen.
Dit delen zonder consent wordt trauma dumping genoemd. Op websites over psychologische problemen wordt de lezer gewaarschuwd, want praten over je problemen is goed, maar forceer een gesprek niet als je gesprekspartner daar niet aan toe is. Je helpt jezelf en de ander er niet mee. Het advies luidt: kondig aan waarover je het wilt hebben, vraag toestemming en accepteer een nee.
Maar wat doe je als de dominante maatschappelijke opinie ervoor zorgt dat jouw verhaal ongeloofwaardig is? Wat als jouw versie van de werkelijkheid kleinerend wordt weggewuifd en die opinie doordringt in de intieme verhalen die je deelt?
Ik had zo’n verhaal dat niet gehoord mocht worden. Nadat ik was weggestuurd van de toneelschool in Amsterdam omdat ik kritiek had op een leidinggevende, konden veel mensen zich niet voorstellen dat je op een hogeschool goede cijfers kon halen en tóch niet verder mocht studeren. #MeToo onthulde het machtsmisbruik van de artistieke leiding op theaterscholen, en opeens werd mijn verhaal een heldenepos, waarbij ik als negentienjarige het aandurfde om op te staan tegen vieze, vuile, gluiperige machtigen.
Door #MeToo en de verschuiving in de maatschappelijke opinie veranderde de manier waarop ik trauma kon delen. Hoewel de details precies hetzelfde waren, kwamen ze anders over, werd er anders op gereageerd en ontstond er geen trauma dumping-dynamiek. Vaak volgde na een verhaal van mijzelf het verhaal van een ander, bleken velen dezelfde ervaring te hebben, vonden we elkaar in gedeeld trauma en haalden we kracht uit het gevoel dat we er niet alleen voor stonden.
Mijn advies als hoofdredacteur van Hard//hoofd aan schrijvers is: vertel je verhaal alsof je het tegen gelijkgestemden hebt. Ik hou van verhalen waarin de schrijver zich kwetsbaar opstelt en dat kan door zacht en liefdevol te zijn, of de lezer mee te nemen in je woede. Het is de taak voor de hoofdredactie en eindredacteuren om de auteur te erkennen in diens verhaal. Als het goed is, voelt de auteur zich opgetild door het redactieproces en hoewel er één naam onder een verhaal staat, wordt elk stuk gedragen door minstens drie meelezers.
Nog maar een paar dagen kan je Lief kutland bestellen. Het magazine is een ruimte geworden van consent, een plek waar we naar elkaar willen luisteren. Doordat we deze ruimte creëerde doen de schrijvers niet aan trauma dumping. We zoeken steun bij elkaar en vinden die. De nationale politiek en het rechts-extremisme waarmee we te maken hebben is zowel zeer aanwezig als ver weg.
Lieve groet,
Jochum Veenstra
hoofdredacteur