Menu

Op boekendieet

Onderwerpen: Boeken, milieu, uitgeven.

De Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) verhuisde in 2004 naar Oosterdokskade 143. Met de verhuizing kreeg de bieb meer vloeroppervlak, toch moest 15 procent van de boeken naar het magazijn. De toenmalige directeur, Hans van Velzen, zei hierover: ‘De nieuwe bibliotheek (…) heeft een aantrekkelijker verblijfsklimaat. Je kunt hier studeren met de laptop. Er is een theater en er zijn exposities.’ Veel bibliotheekleden waren geschrokken door de keuze van de OBA en vonden dat de bibliotheek er was om papieren boeken te lenen. In 2021 lijkt het beeld te zijn veranderd: inmiddels wordt 20 procent van de bibliotheekboeken uitgeleend als e-boek. Maar doen we goed aan het omarmen van het e-boek? En moet de papierliefhebber mee met de digitaliseringstrend omwille van het milieu?

Ga je tegenwoordig de OBA in, dan kom je in de grootse hal niet meteen de ‘serieuze’ literatuur tegen, daarvoor moet je met de roltrappen omhoog. Rondlopend vallen je de vele computers op. Deze computers zijn een kernonderdeel van de OBA geworden, wat hoort bij een bibliotheek die terugkeert naar haar ideologische uitgangspunt: volksverheffing. Toen bibliotheken in Nederland werden opgericht (in 1899 had Dordrecht de primeur) kon de bezoeker alleen informatie krijgen in de vorm van gedrukte bronnen. Met de digitalisering is ook het verbeteren van datageletterdheid een hoofddoel geworden.

Hoewel de bibliotheken veranderen, vindt niet iedereen dat we papieren boeken moeten loslaten. Lisa Kuitert, hoogleraar Boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, schreef in 2015 het vlammende betoog Het boek en het badwater. Ze schrijft: ‘Je kiest voor e-boeken als het zo uitkomt, omdat je niet wilt sjouwen, goedkoper uit wilt zijn, de letters wilt vergroten. Maar het papieren boek is de smaakmaker, dat brengt je überhaupt op het idee om een boek te gaan lezen.’

En niet alleen de hoogleraar is gehecht aan het papieren boek. Bij een Amsterdamse, vernieuwende uitgeverij als Das Mag heeft het e-boek wel een prominente plek op de site en hun e-boekabonnement loopt beter dan het ‘normale’ abonnement. Toch blijkt na navraag dat het e-boek niet de hoofdfocus heeft. Mike van Holsteijn van Das Mag schrijft: ‘Ook bij ons is de focus inderdaad het papieren boek. Ook wij zien het (e-boek) als leuke bonus.’

In deze en andere commentaren valt op dat de afvalberg en de milieuschade van het papieren boek niet wordt gezien. Ikzelf koop bijvoorbeeld een paar boeken per maand. Maar omdat mijn huis niet oneindig groot is, gaat elke maand een stapeltje de prullenbak in. Of eigenlijk, het weggooien lukt niet, dus daarom rijd ik ‘s nachts door de stad langs de weggeefkastjes. Mijn nachtelijke tochten zijn eigenlijk laf. Beter kan ik de oplossing bij de oorzaak zoeken. Wat als ik de trend van de bibliotheek volg? Wat zijn de voordelen van de overstap op het e-boek?

Digitale boeken zijn duurzamer

Het papieren boek lijkt zo onschuldig. Stop het onder de grond en micro-organismen zullen het verteren. Maar bij de productie van papier wordt veel water gebruikt en CO, uitgestoten. In de VS staat de boekindustrie in de top vijf van de meest vervuilende industrieën. Hoewel het elektronische boek op zich veel minder CO,-uitstoot, is het apparaat waarop het gelezen wordt wél ‘vies’. De e-readers en iPads worden gemaakt van zeldzame chemische elementen die niet zomaar afbreekbaar zijn.

Onderzoek dat het lezen op de e-reader vergelijkt met het lezen van papieren boeken, doet dat door het CO,-equivalent te berekenen. Uit Noord-Amerikaans onderzoek blijkt dat in het meest gunstige geval het papieren boek ongeveer evenveel uitstoot als 4,5 kilogram aardappels of 100 gram rundvlees. De onderzochte boeken hadden het voordeel dat zij op grote schaal werden geproduceerd (een oplage van 400.000 boeken) waardoor het transport minder uitstoot opleverde. Ook werd er met speciale, afbreekbare inkt gedrukt. Waarschijnlijk is daarom de uitstoot in Nederland hoger.

Op zichzelf kosten e-boeken minder dan een vijfde CO,-equivalent in vergelijking met de duurzaam gedrukte boeken. De uitstoot ontstaat onder andere door het gebruik van servers en het blacklight van het apparaat. Maar, voordat de milieuwinst kan worden bereikt, moet de productie van de e-reader worden ‘betaald’. Volgens een studie uit 2017 zijn er gemiddeld 50 boeken, 290 kranten en 70 artikelen nodig voordat de e-reader zuiniger is dan het papieren boek.13 (In alle studies wordt met gemiddelden gewerkt, de uiteenlopende materialen van specifieke e-readers zorgen voor verschillende cijfers.)

Uit de vergelijking van het CO2-equivalent, wordt duidelijk dat het gedrag van de lezer belangrijk is. De veelkopers zullen na een jaar een significante CO,-reductie behalen. Voor een normale koper zijn de chemische elementen van de e-reader doorslaggevend: deze consument kan beter op papier blijven lezen.

E-boeken zorgen voor meer kennis

Een veelgehoord voordeel van de e-reader is dat er veel boeken op passen. Nieuwe diensten, zoals Kobo, bieden zelfs een abonnement aan waarmee de gebruiker 60.000 Nederlandse titels tot zijn beschikking heeft (twee keer zoveel als de bibliotheek aanbiedt). Maar pronken met zo’n veelheidsargument is juist een marketingstrategie die sommige boekliefhebbers tegen de borst stuit. Een boekenliefhebber is trots op zijn individuele smaak, stelt hoogleraar Publishing Studies Claire Squires. Dit soort consumenten schrik je af door generaliserende bedrijfsbranding. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een Volkskrant-columnist als Sylvia Witteman van de daken schreeuwt dat ze in Kobo’s selectie niets kon vinden wat ze wilde lezen.

Sommige boekwetenschappers menen dat wij door de veelheid van het online-aanbod oppervlakkiger lezen. Lisa Kuitert presenteert haar argumentatie historiserend: vóór de boekdrukkunst las iemand de Bijbel soms wel vijftig keer, met de boekdrukkunst breidde het aanbod uit en vervolgens, in het digitale tijdperk, kwamen de teksten in overvloed. Deze overvloed leidt tot het skimmen van teksten: we kijken alleen een tekst in en hoppen vervolgens verder naar het volgende artikel. Er is altijd iets nieuws.

Hoewel de stelling dat we oppervlakkiger lezen breed wordt gedragen door boekwetenschappers, denkt de Leidse emeritus hoogleraar Adriaan van der Weel dat het negatieve beeld van de e-reader ontstaat doordat we ‘lezen’ te nauw definiëren. Tekst is volgens hem een technisch medium dat zorgt voor het uitwisselen van informatie. De huidige definitie van het boek laat tekst alleen toe in gedrukte vorm, of hoogstens als een vanilla e-boek. Als nieuwe media beoordeeld worden met een strakke definitie van ‘lezen’ en geen gebruik mogen maken van de voordelen van hun medium, dan lijkt mij het logisch dat ze onderdoen voor het traditionele medium. Het is alsof je een in, ductieplaat vergelijkt met een gasfornuis door slechts te meten welke hoogste maximumtemperatuur bereikt.

E-boeken maken de leeservaring rijker

Om de definitie van het ‘boek’ te verruimen zouden uitgeverijen inspiratie kunnen opdoen bij andere media. Kranten maken bijvoorbeeld content die uitsluitend bedoeld is om digitaal te lezen. De Volkskrant richtte tijdens de coronapandemie Het Ommetje op: via essays, audio en een navigeerbare kaart word je meegenomen door Nederland (zie: vk.nl/ommetjes/).

De filmwereld stimuleert verhalen die via tekst gecommuniceerd worden. Het Nederlandse Filmfestival selecteerde voor de Digitale Cultuurprijs de app Dustin van schrijver Niels ‘t Hooft. Dit smartphoneverhaal stelt de lezer de filosofische vraag wie controle heeft op de telefoon: de mens of het apparaat. In een chatgesprek met een stofzuiger daagt de app de lezer uit om hierover na te denken (de app is in de appstore van Apple te vinden).

In 2021 heeft de belangenbehartiger van de boekenbranche, Groep Algemene Uitgevers, ook een prijs opgericht voor digitale innovatie. Bij Renew the Book was een van de shortlistkandidaten het afstudeerproject van Joop Akerboom, student van de Hogeschool van Amsterdam. Akerbooms idee, Scrollbook, zet bestaande verhalen om in een interactieve ervaringen. Een deur wordt geopend door rondjes te tekenen op het scherm en dialogen verschijnen door van links naar rechts te swipen (zie voor een preview: joopakerboom.nl/scrollbook-v3/).

E-boeken zijn flexibeler

Een andere handigheid van het digitale boek is de informatie die kan worden aangevuld of verbeterd. Staat er een spelfout in het boek Technisch is het mogelijk dat de schrijver meteen de fout herstelt. Of wanneer een boek veel media-aandacht krijgt, of politieke gevolgen heeft, kan bij een e-boek een actueel hoofdstuk verschijnen. Net als de transmedia-beleving heeft de boekenwereld deze aanpak echter nauwelijks geïntrigeerd.

Maar in deze flexibiliteit schuilt ook een groot gevaar, zo waarschuwt schrijver en filosoof Maxim Februari. Volgens hem is het een nachtmerrie als alle teksten vloeibaar worden. Melancholisch stelt hij toekomstig ‘wij’ voor die terugkijkt op onze tijd. Toen er nog boeken waren, fantaseert hij, toen waren regels en plannen vastgelegd op schrift. Iedereen kon ernaar kijken en erover meepraten voor hij zich aan de regels moest aanpassen.

Februari drukt ons op het hart dat de statische kwaliteit van het papieren boek houvast geeft in een tijd waarin alles verandert. Voor hem gaat het om de rechtszekerheid: weten wat de regels zijn zonder dat die opeens veranderen. Volgens mij geldt zijn argument voor alle boeken. Onlangs verscheen in Boekblad een analyse over de vertalingsdiscussie die tien jaar geleden werd aangewakkerd door een vertaling van The Book of Negroes van Lawrence Hill. Inmiddels wordt het n-woord vertaald als ‘zwarte’ of ‘van kleur’. Buiten de discussie of dit juist is, als de oude drukken niet bestonden, was de racistische geschiedenis niet vastgelegd en zaten we in een orwelliaanse dystopie waarin we aan nieuwspraak deden.

Dit argument, het boek als middel om vast te leggen hoe we ooit dachten, zal ervoor zorgen dat we nooit echt afscheid nemen van het papieren boek. Ook niet als een groot deel van de uitleen van bibliotheken e-boeken wordt. In onze bibliotheken en boekenkasten sparen en koesteren we boeken die ons iets laten herinneren. De boeken zijn daarmee een verlengde van ons geheugen. Maar toch, bij veel aankopen kan de consument van tevoren weten dat ze geen blijvende herinneringen achterlaten: het zijn slechts boeken voor plezier op de korte termijn.

Voor het milieu zouden veellezers de volgende vuistregel kunne hanteren: lees je voor de lol en hoef je de herinnering niet te koesteren, leen dan ouderwets bij de bibliotheek of lees op de e-reader. Zo reduceer je je leesuitstoot met minstens vier vijfde.