Menu

‘Ik wilde een ander verhaal overbrengen dan de vooroordelen die ik op school hoorde.’ – Canan Marasligil

Onderwerpen: Intersectioneel feminisme, Read My World, rol van de kunstenaar, vertalen.

Hoe kan een kunstenaar de dialoog in de samenleving bevorderen? In een vierdelige serie beantwoorden kunstenaars uit verschillende disciplines die vraag. In deze aflevering Canan Marasligil: schrijver, vertaler en programmamaker bij het internationale literaire festival Read My World.

Neem je vanaf Amsterdam Centraal het pontje naar Noord dan ben je in een paar passen in de voormalige tuin van de medewerkers van Shell: de Tolhuistuin. De afgelopen negen zomers vond hier het literaire festival Read My World plaats. Voordat de coronapandemie uitbrak, maakte de artistiek directeur samen met een flexibel team een festivaleditie waarbij steeds een ander land of regio centraal stond. Met de overtuiging dat je nooit zo goed ingewijd bent in de lokale situatie als iemand die er daadwerkelijk woont, werden schrijvers, spoken-wordartiesten en journalisten voor het festival geselecteerd door curatoren uit bijvoorbeeld Indonesië, Polen, Oekraïne, Turkije en de zwarte gemeenschap in de Verenigde Staten.
Door de coronapandemie en de reisrestricties was die aanpak in de afgelopen jaren onmogelijk. Maar nu reizen weer kan en het festival op 1, 2 en 3 september zijn tienjarig jubileum viert, zullen uit alle delen van de wereld auteurs naar Nederland komen om onder het thema Joy & Sorrow eindelijk weer ideeën uit te wisselen.

Hoe onderscheidt Read My World zich van andere internationale festivals?
We willen met onze programmering grote vragen van deze tijd invoelbaar maken, zoals intersectioneel feminisme, gentrificatie en de klimaatcrisis. Daarbij is de uitdaging: hoe maken we het voor het publiek interessant als de auteurs die je vraagt niet de bekende namen zijn. Het antwoord daarop is dat we schrijvers en bezoekers with care benaderen. We proberen een gastvrije omgeving te scheppen. Het thema Joy & Sorrow stelt ons in staat om het zowel over de oorlog in Oekraïne en andere conflicten te hebben als over de overtuiging dat literatuur ons in staat stelt om vreugde te voelen.

Wanneer ben jij bij het festival gekomen?
In 2018 ging Read My World over Turkije. Via via nodigde de artistiek directeur Willemijn Lamp mij uit om het team te versterken. Het festival sprak me aan, omdat ik graag onderdeel ben van een plek waar er ruimte is voor het uitwisselen van verhalen die ertoe doen. Gezien mijn veelzijdige achtergrond als programmamaker, kunstenaar, netwerker en verbinder was het een logische plek om mijn talenten te bundelen.

Hoe ben je begonnen met vertalen?
Mijn familie komt uit Turkije, maar ik ben zelf opgegroeid in het Franstalige Brussel. Ik begon met vertalen uit noodzaak: mijn moeder had me nodig bij een doktersafspraak of voor overheidsdocumenten. Maar al snel vertaalde ik ook dingen voor mijn vrienden uit het Turks. Ik wilde een ander verhaal overbrengen dan de vooroordelen die ik op school hoorde over mijn cultuur.

Met welke vertalingen begon je?
Eerst alleen uitdrukkingen, bijvoorbeeld: kolay gelsin. Letterlijk betekent dat ‘moge het makkelijk gaan’, maar van die Turkse uitdrukking bestaat eigenlijk geen goede vertaling. Je gebruikt het als je iemand begroet die aan het werk is. Het is een manier van zeggen: ik zie je. Je bent zichtbaar. Je doet iets voor de gemeenschap en ik dank je hiervoor. Toen ik ouder werd en meer literatuur begon te lezen dacht ik: er zijn zo veel mooie boeken en verhalen die niet in Europa verschijnen, laat ik die vertalen. Eerst vertaalde ik van het Turks naar het Frans, inmiddels vertaal ik naar het Engels.

Hoe kwam je die Turkse literatuur tegen?
Als ik in Turkije was dan las ik de kranten en ging ik naar boekwinkels. Vervolgens belde ik auteurs met de vraag: mag ik u vertalen? Vaak ging dat goed maar niet altijd. Uitgeverijen reageerden soms vanuit het idee dat er geen publiek voor zou zijn. Dan wezen ze naar hun catalogus en zeiden: maar we hebben al een Turkse auteur. Ook sommige auteurs waren afwijzend. Een mannelijke schrijver zei bijvoorbeeld dat hij niet wilde dat een Turkse vrouw hem zou vertalen: het moest een echte Fransman zijn.

Waarom ben je weggegaan uit Brussel?
Ik voelde de noodzaak om in een meer internationale omgeving te zijn en buiten het Franse taalgebied te werken. In de tijd dat ik in Brussel woonde, geloofden mensen nog dat je alleen in je moedertaal creatief kan schrijven en vertalen. Voor een meertalig persoon als ik is dat onzin. Ik heb ook een korte tijd in Londen gewoond en daar vond ik de ruimte om in het Engels te werken.

Vind je Nederland open-minded?
Systemisch niet, maar in de omgevingen waarin ik kom zoals Read My World wel. Ik zit in verschillende netwerken waarin we onderzoeken welke verhalen aandacht verdienen, door wie en in welke context. Ook zie ik de vertaalwereld veranderen. Op dit moment zijn veel vertalers wit, zeker als ze niet vanuit het Engels vertalen. Voor projecten en initiatieven waar ik voor werk zie ik meer en meer verbeteringen. Iemand die heel veel doet op dit gebied is Neske Beks, schrijver, kunstenaar en oprichter van de Tank.

Met welke Turkse schrijvers zou het Nederlandse publiek kennis moeten maken?
Komende editie komt Karin Karakaşlı naar Nederland. Haar poëzie gaat veel over de Turks-Armeense geschiedenis. Ze schrijft over trauma en genocide op een impliciete manier. Doordat het niet expliciet is heb je kennis van de context nodig. Toen ik haar vertaalde, heb ik daarom een introductie bij haar werk geschreven. Zo’n inleiding schrijf ik vanuit mijn eigen perspectief. Ik vind het belangrijk dat het geen geschiedenisles wordt, maar dat zo’n introductie juist subjectief is. Ik vertel wat de redenen zijn om het te vertalen en wat er met mij gebeurde tijdens het vertaalproces.
Een andere tip is Seray Şahiner. Zij speelt veel met een melodramatische vertelstijl die sommige mensen misschien herkennen uit Turkse soaps. Naast dat spel met taal geeft ze een inkijk in het dagelijkse leven. Mijn smaak is niet elitair, juist de dagelijkse dingen spreken me aan.

Volgend jaar debuteer je met je roman, waar gaat je boek over?
Het is een verhaal over liefde en het ontdekken van onze meerdere identiteiten via het leven van Arzu, een jonge queer vrouw, dochter van immigranten, die troost vindt in haar verbeelding en de Noordzee. Ik schrijf in het Engels maar sommige personages spreken in het Duits, Frans, Italiaans of Turks. Die buitenlandstalige zinnetjes vertaal ik niet. Als lezer begrijp je uit de context wat er gebeurt en tegelijkertijd word je af en toe buitenspel gezet.